Voorwoord van Bevrijdingsconcert “Het Hegelsomse Verhaal”
Het plan van Muziek Vereniging St. Hubertus was om in 2020 een bevrijdingsconcert te organiseren. In een unieke samenwerking tussen deze muziekvereniging, de Gemengde Zang Vereniging Egelsheim, de Stichting Heemkunde Hegelsom en de Parochie St. Hubertus werd
in 2019 een werkgroep geformuleerd en gestart met de organisatie van dit Bevrijdingsconcert.
Het begon heel klein, werd groter, kwam tot stilstand door Corona en is begin 2023 weer opgepakt. Omdat het zo’n groots gebeuren zou worden, werd al snel besloten om niet één, maar twee concerten te organiseren. In een unieke samenwerking zijn deze Bevrijdingsconcerten op 6 mei 2023 uitgevoerd waarin “het Hegelsomse Verhaal” werd verteld. Dit “Hegelsomse Verhaal” is door vrijwilligers van onze Heemkunde in elkaar gezet.
Hieronder vindt u dit “Hegelsomse Verhaal” zoals het op 6 mei 2023 is voorgelezen met tussendoor de
* foto’s en de film die tijdens het concert werden getoond
* geluidsfragmenten die te horen waren
* en foto’s, die tijdens het concert zijn gemaakt.
De zwarte tekst werd in het Nederlands gelezen door Mariet Zanders en
de groene tekst werd in het dialect gelezen door Nelly Dekker
Dirigent van Muziekvereniging St. Hubertus: Hub Nickel
Dirigent van beide koren GZV Egelsheim: Eric Roefs
Dirigent als zowel de fanfare speelde en de koren zongen: Eric Roefs
Pianiste GZV Egelsheim: Ludmila Seroo-Ferroni
Foto’s van het concert zijn gemaakt door: Ton Sieben

We beginnen dit concert met het lied “Highland Cathedral” gespeeld door de fanfare.
2. Op 23 november 1944 is Hegelsom bevrijd.
75 jaar later, op zaterdag 23 november 2019, arriveerde een stoet met historische legervoertuigen bij het kerkhof in Hegelsom.
Onder indrukwekkende tonen van doedelzakmuziek werd er een bloemstuk gelegd bij de plaquette van de Hegelsomse oorlogsslachtoffers. Onder klokgelui vertrok de stoet via de Heijnenstraat, langs de kerk om via de Pastoor Debijestraat hun bevrijdingstocht te vervolgen.
We hadden dit ook graag met jullie willen herdenken in mei 2020, maar door de pandemie is dit allemaal opgeschoven.
Hartelijk welkom allemaal.
Deze middag nemen we jullie mee door de oorlogsgeschiedenis van Hegelsom rond de jaren 1939 tot 1945. Dit doen we samen met muziekvereniging St. Hubertus, de beide koren van de Gemengde Zangvereniging Egelsheim en Janneke Saris met 7 kinderen van de Musicalschool “Me On Stage”.
Muziek kan op deze momenten een troost zijn. Muziek raakt mensen. Muziek is een liefdevolle drager van waardevolle herinneringen.
We gebruiken in dit bevrijdingsconcert de informatie en beeld- en geluidsmateriaal van de Stichting Heemkunde Hegelsom, om terug te blikken op wat er zo al gebeurde en wat de gevolgen waren voor onze parochie en dorpsgemeenschap.
We luisteren nu naar het lied “Soldaat van Oranje” gespeeld door de fanfare.
3. Soldaat van Oranje (fanfare)
4. Het jaar 1940
Op 10 mei 1940 worden de mensen in alle vroegte gewekt door schoten en ronkende vliegtuigen. De Duitse legers hebben de Nederlandse grens overschreden. In enkele uren tijd is de Maaslinie geforceerd.

5. In 5 dagen tijd was Nederland bezet.
38 mannen en jongens uit Hegelsom waren gemobiliseerd. We noemen hun naam, bijnaam, leeftijd en straat:
Naam | Bijnaam | Leeftijd | Straat |
1. Lambert van Rens (gehuwd) | Keijsers Lambert | 35 | Kogelweg |
2. Frans Geurts | Michels Frans | 22 | Asdonk |
3. Wim Jacobs | Drils Wum | 24 | Asdonk |
4. Jeu Lemmen | Kuûb ziene Jeu | 25 | Hegelsomseweg |
5. Ben Buijssen | van zand en grind/Buijsse van de statie | 21 | Stationsstraat |
6. Piet Huijs | Huûs Piet | 26 | Spoorweg |
7. Wiel Willems | Wiel van Bernadje | 34 | Langstraat |
8. Jac Nellen | Nelle Jac | 22 | Stationsstraat |
9. Sjeng van der Sterren | Biële Sjengske | 23 | Stationsstraat |
10.Handrie Beelen | Biëlen Han | 30 | Stationsstraat |
11.Wim Janssen | Klompe Wumke | 30 | Stationsstraat |
12. Toon Geurts | Hombergs Toën | 30 | Hegelsomseweg |
13. Thei Bouten | Hensen Thei | 27 | Stationsstraat |
14. Jan Keijsers | Miëlders Jan | 23 | Stationsstraat |
15. Thei Stappers | Thei van Gurden Driek | 19 | Asdonk |
16. Sjang Wagemans | Wagemans Sjeng | 30 | Kogelweg |
17. Wim Jacobs | Mechele Wum | 24 | Bosstraat |
18. Johannes Achten (gehuwd) | Meister Achten | 37 | Stationsstraat |
19. Frans Stappers | Frenske van Gurden Tren | 19 | Spoorweg |
20. Willem Lemmen | Kuûb ziene Wum | 21 | Hegelsomseweg |
21. Sjeng van Deijnen (gehuwd) | van Deijnen Sjeng | 30 | Stationsstraat |
22. Bert Zanders | Kogels Bert | 21 | Kogelweg |
23. Piet Kellenaers | Buiske ziene Piet | 38 | Bosstraat |
24. Jeu Maes | Tieske Mas ziene Jeu | 27 | Bosstraat |
25. Sjeng Schattevoet | Schattevots Sjeng | 24 | Bosstraat |
26. Grad Schattevoet | Schattevots Grad | 21 | Bosstraat |
27. Piet Donders | Donders Piet | 24 | Langstraat |
28. Ger Geurts | Convents Girke | 25 | Stationsstraat |
29. Wim Peeters | Piëters Wumke | 27 | Stationsstraat |
30. Jacob Driessen | Doere Petran ziene Jeb | 33 | Hillenweg |
31. Grad van Helden | van Heldens Grad | 24 | Bosstraat |
32. Hay Linders | Linders Hay | 20 | Stationsstraat |
33. Thei Hoeijmakers | Thei van Hense Sjang | 23 | Stationsstraat |
34. Jac Wijers | Toeters Jac | 21 | Hegelsomseweg |
35. Hay Kellenaers | Altje zienen Hay | 34 | spoorhuis bij 13 aan de Sevenumse kant |
36. Bert van Rens | Ties zienen Bert | 28 | Langstraat |
37. Tienus Roelofs (gehuwd) | Roelofs Tienus | 32 | Bosstraat |
38. Jeu Geurts | van Elzen Jeu | 35 | Asdonk |
Luisteren we nu naar het lied “Band of Brothers” gespeeld door de fanfare.
7. Handrie Beelen week uit naar Engeland en keerde niet terug voor het einde van deze wereldoorlog. Grad Schattevoet was de enige die licht gewond raakte. Lambert van Rens, Ben Buijssen, Sjeng Wagemans en Hay Kellenaers verbleven enige weken in Duitsland in krijgsgevangenschap. De rest was na enkele weken thuis.
Uit dankbaarheid voor de behouden thuiskomst van alle mannen en jongens in de meidagen van 1940, die in dienst waren en deels in Duitse krijgsgevangenschap zijn geweest, is een herdenkingskruis opgericht aan de Langstraat, op de hoek met de Kruisstraat. Het monument is in 1941 ingezegend door initiatiefnemer pastoor Debije. Het kruis is een teken van lijden, strijd en overwinning.
We luisteren nu naar het lied “Fire in the Blood” gespeeld door de fanfare.
8. Fire in the blood (fanfare)
9. Het dagelijkse leven op de bon:
In oktober 1939 werd met de distributie begonnen. Het verbruik kon voortaan d.m.v. bonkaarten worden geregeld. In april 1942 kwamen tabakswaren op de bon. Alhoewel het geen eerste levensbehoefte was, konden veel mensen het “rokertje” toch maar node missen. En zo kwam het dat er op de zwarte markt goud te verdienen viel. Ook rijwielbanden werden schaars. Op de boerderijen begon men bijna alles clandestien te produceren. Het maken van boter en kaas, het malen van graan, zelfs uit vetten werd zeep gemaakt voor de was. Rogge werd gebrand tot surrogaat-koffie. Doordat alles schaars werd, kwamen mensen uit de stad naar het platteland om een en ander te bemachtigen. Op een dag werd vanuit het voedselbureau het station in Helmond gebeld. Men vroeg hoeveel retourtjes er voor Horst-Sevenum waren afgegeven. Het bleken er 220 te zijn, voor die tijd abnormaal veel.
Vanaf 1942 werden ook de meeste niet-landbouwers in de gelegenheid gesteld een varken te houden en te bestemmen voor huisslachting. Bijna alle Horstenaren maakten hier gebruik van, wel met vergunning uiteraard. In het voorjaar van 1944 begonnen ook hier de tekorten voelbaar te worden. Hoogwaardige voedingsproducten werden alleen nog verstrekt aan zieken, kinderen en aanstaande moeders. Vindingrijkheid werd groot. Door handig geknoei in de veeboekjes verdween er wel eens een koe. Deze kwam in de zwarte handel terecht. Zo was er bij de slager soms een pondje zonder bon te bemachtigen. Het voedselbureau had het er maar druk mee, wanneer er weer een anoniem schrijven binnenkwam als er op een bepaald adres een varken clandestien was geslacht. Zelfs na de bevrijdingsdag, werd in samenwerking met het Militaire Gezag het werken met bonnen nog vele jaren voortgezet.
11. Het jaar 1942
Rampnacht 31 juli op 1 augustus 1942:
In de vroege ochtend van 1 augustus, toen Engelse bommenwerpers een aanval deden op Düsseldorf, kwam een van de vliegtuigen in problemen en liet 9 bommen vallen in het gebied van de Bosstraat. De aangerichte schade was enorm. Zes dorpsgenoten werden hierbij gedood.
Op het bidprentje lezen we: “Laten we allen, diep onder den indruk van de ramp, die de parochie Hegelsom getroffen heeft, bidden voor de zielerust zaliger:
Peter Johannnes Saris en echtgenote Anna Maria van Rens,
Mathijs Willem Frans Aerts en echtgenote Hendrina Maria Wijnands,
Hermina Maria Derix, echtgenote van Lambert Kellenaers, en haar zoon Leo Kellenaers.
Op 1 augustus 1942 stierven zij allen door wreed oorlogsgeweld. Hunne lichamen werden op 3 augustus met eere te rusten gelegd op het kerkhof te Hegelsom, waar zij de verrijzenis op den jongsten dag afwachten”.

Luisteren we nu naar de fanfare samen met beide koren van de Gemengde Zangvereniging naar het lied “Hymn to the fallen”
13. Door de bommen werden twee huizen totaal vernietigd, zes ernstig beschadigd en ongeveer twintig huizen min of meer ernstig.
In het interview met Mien Kleuskens-Aerts in 2014, herinnert ze zich de verschrikkelijke ramp die ze als kind van 9 jaar meemaakte. Haar broer Frans was 6 jaar en haar zus Maria was 4 jaar.
Mien was de oudste dochter van de overleden ouders Thies en Drien Aerts-Wijnands.
Mien vertelt hierover:

Mien vertelt verder:
Op 3 augustus was de begrafenis en ik weet nog dat ik achter de kist liep met de beide oma’s naast mij.
Al het “goede greij” wat nog in huis was, werd in een openbare verkoop, bij opa hier in Hegelsom in de schuur verkocht. Wij liepen daar als kind ook rond. Het was heel raar dat mensen een bod deden op ons “greij”. Op een gegeven moment was de fiets van mijn moeder aan de beurt en toen riep ik heel hard, “die moet ik hebben”. Die fiets werd toen ook gelijk weggezet.
En daar heb ik ook het fietsen op geleerd.
We waren alle 3 bij opa en oma in Hegelsom totdat de school weer begon. Oma in Hegelsom zei: “Laat die kinderen toch bij elkaar, ze hebben al zoveel verloren”. Maar oma in Meterik wilde ook een kind hebben. Ik was de oudste en ik was haar petekind, dus ik moest naar de Meterik. Maar ik wilde niet. Elke keer als oma uit Meterik kwam verstopte ik me. Maar na 3 keer moest ik toch echt mee. Ik vond dat verschrikkelijk.
Ik ben in feite in Meterik opgegroeid maar ik ging wel elke woensdag, zaterdag en zondag op de fiets van mijn moeder naar Hegelsom.

14. De jongere zus van Mien, Maria Hellegers-Aerts, nu 85 jaar oud en vanmiddag aanwezig tijdens dit concert, vertelde recentelijk in een interview:
Ik was pas 4 jaar toen het gebeurde en Ik herrinner me er niets meer van. Ik weet wel, dat ik niet bij de begrafenis mocht zijn, omdat ik te jong was. Ik moest thuis blijven in het huis van opa en oma bij de buurvrouwen die voor de koffietafel zorgden.
Over deze trieste gebeurtenis werd het lied “Op de Bosstraat” op de melodie van “Achter in het stille klooster” geschreven. De naam van de tekstschrijver is niet achterhaald. Mogelijk is dit Grad Driessen (Pierke ziene Grad). We luisteren nu naar Egelsheim en Happy Sound die samen, een speciaal voor dit concert geschreven arrangement hiervan, ten gehore zullen brengen.
15. Op de Bosstraat (Egelsheim + Happy Sound)
Op de Bosstraat
Eén augustus op de Bosstraat
vielen bommen op ons neer.
En ze leidden toen voor eeuwig
zes mensen naar God den Heer.
En ze leidden toen voor eeuwig
zes mensen naar God den Heer.
Een vliegtuig liet zijn bommen vallen
midden in die donkere nacht.
Werd vervolgd door zijn vijand
voordat hij zijn opdracht had volbracht.
Werd vervolgd door zijn vijand
voordat hij zijn opdracht had volbracht.
Vele huizen kapotgeschoten
en vele kinderen werden wees.
Door dat grote helse wapen
zoals nog nooit één is geweest.
Door dat grote helse wapen
zoals nog nooit één is geweest.
Mensen laten wij gedenken,
die door dit lot zijn aangedaan.
En de vijand vergiffenis schenken
als ze voor hun rechter staan.
En de vijand vergiffenis schenken
als ze voor hun rechter staan.
16. Uit een interview in de jaren 80 lezen we hoe buurman Handrie Schattevoet het bombardement heeft beleefd. Handrie stond met zijn ouders en broer Grad buiten achter hun huis te kijken. Hun huis lag op de hoek Bosstraat/Speulhofsbaan.
Handrie vertelt:
We hoorden het gefluit van bommen en van het ene op het andere moment werden we tegen de grond geslagen. Er werd geroepen dat Maria in de put was gevallen. Want de putring van de familie Saris was door de bom weggeslagen. Maria was de jongste van de 3 kinderen Saris die in die nacht ook in hun huis lagen te slapen. Zij hadden gelukkig ook ongedeerd hun huis kunnen verlaten. Maar hoe kregen we Maria uit die put?
Van alle toegesnelde mensen werd er een menselijke ketting gemaakt. De lichtste voorop de zwaarste achteraan. Langzaam schoven we zo naar voren. Gelukkig konden we bij het meisje komen. Eerst dachten we dat ze dood was. We gaven de moed niet op en legden haar op haar buik. We duwden en bij elke duw golfde het water eruit. Toen klonk er opeens een snik en een gil. Iedereen voelde zich ontzettend opgelucht. “Het is eigenlijk al heel lang geleden”, “ma vergaete .., vergaete .., nae vergaete dudde dat noëjts miër”.
17. Uit een recentelijk interview met Maria Camps-Saris, Maria is de jongste van de kinderen Saris en het meisje dat in de put is gevallen, vertelt zij wat zij zich nog herinnert van die nacht. Maria is nu 88 jaar oud en vanmiddag ook aanwezig tijdens dit concert.

Ik weet nog, dat mijn moeder die nacht tussendoor naar ons is komen kijken of alles nog rustig was. Ze stond, zoals altijd, met ozze pap en de buren bij ons langs achter het huis naar de overkomende vliegtuigen te kijken. Mijn nichtje Rieky, de dochter van een zus van ons mam, die in Eindhoven woonde, logeerde bij ons en was er die nacht ook bij. Ze is ook ongedeerd uit ons huis kunnen komen, maar hoe? En waar ze is gebleven daarna, dat weet ik niet.
We luisteren nu naar een kort geluidsfragment van Maria:
Maria vertelt verder:
Ik werd opgenomen in het grote gezin van ome Grad Saris. Daar was het druk, je bent jong en dan heb je veel afleiding. Er werd nooit over het gebeuren gesproken en dan zijn je gedachten daar ook niet bij. Nog niet zoveel jaar geleden vroeg ik me eigenlijk af: Waarom was ik zo alleen? Waar waren Billa en Mathieu die nacht? Daar werd nooit over gepraat. Billa heeft wel eens ooit verteld, dat ze erbij stond toen ze mij uit de put haalde.
Door dit bombardement verloren zowel de 3 kinderen van de familie Aerts als de 3 kinderen van de familie Saris hun beider ouders.
Laten we nu luisteren naar het lied “Mergraote” van de Schintaler, dat voor deze gelegenheid omgezet is in het Horster dialect en nu de naam “Margraten” heeft gekregen. De fanfare met beide koren zal dit nu ten gehore brengen.
Onder de muziek kunt u kijken naar een film die gemaakt is door dorpsgenoot Toon van Stratum tijdens de begrafenis op 3 augustus 1942.
18: Margraten (Fanfare + Egelsheim + Happy Sound)
Margraten (Hôrster versie)
’s Merges aas de mist optrekt
Zeen weej in die witte vlek
Steeds miêr kruûskes: iên óp ieder graaf
’n Eindeloos groêt iêreveld
En ied’re naam is ennen held
Op ieder kruûs zit enne zwárte raaf
Wؘaat waor ut waerd um heer ów laeve te vergoêje
Vur un klein land waovaan ge ni wós daat ut bestóng
Waat waor ut waerd um heer vur ander luuj te vechte
Geej ziet vertrokke, waat ów mam d’r ok vaan vóng.
Aas ik nou kiêk nao aal die reje witte kruuskes
Besef ik pas waat geej vur Limburg hed gedaon
Want um de vijand weg te jage
Hedde ów laeve mótte wage
En kóste ni miêr nao Amerika t’rug gaon
Ieder kruus is un monument
Vur iemes di ge gaar ni kent
Di vur ós heer aales het gegaeve
De miëste amper tweentig jaor
Stónge heej vur Limburg klaor
“The hell on wheels” die kostte eur ut laeve
Wؘaat waor ut waerd um heer oów laeve te vergoêje
Vur un klein land waovaan ge ni wós daat ut bestóng
Waat waor ut waerd um heer vur ander luuj te vechte
Geej ziet vertrokke, waat ów mam d’r ok ván vóng.
Aas ik nou kiêk nao aal die reje witte kruuskes
Besef ik pas waat geej vur Limburg hed gedaon
Want um de vijand weg te jage
Hedde ów laeve mótte wage
En kóste ni miêr nao Amerika t’rug gaon
Viêfenzuvventig jaor zien weej ál vreej
En aal din tiêd zien zeej aal hee
Ze gaove aales waat ze kóste gaeve
En in de vroege mergezon
Leet heer “Private Washington”
Ik vraog meej af, haaj ik daat ok gedaon
Aas ik nou kiêk nao aal die reje witte kruûskes
Besef ik pas waat geej vur Limburg hed gedaon
Want um de vijand weg te jage
Hedde ów laeve mótte wage
En kóste ni miêr nao Amerika t’rug gaon
Want um de vijand weg te jage
Hedde ów laeve mótte wage
En kóste ni miêr nao Amerika t’rug gaon
19. Het jaar 1943
De nacht van 4 op 5 mei 1943:
In de nacht van 4 op 5 mei om half een, stortte er een onbemand Duits vliegtuig neer op een kippenhok achter de oude “Heijn”. Boven Venray was er brand ontstaan in een van de motoren. De bemanning had tijdig met parachute het vliegtuig kunnen verlaten en kwamen ongedeerd in Veulen aan de grond. In de “oude Heijn”, gelegen aan het weggetje van de Kogelweg naar de Stationsstraat, woonde de familie Jac en An Janssen (Angeniese Jac en de Belze An) met 3 kinderen. Zij hadden het huis gehuurd van Grad van der Sterren (Heijne Grad), die met zijn gezin in de nieuwe Heijn aan de Kogelweg woonde, de huidige Heijnenstraat.
In een interview met Tonie Boom-Janssen en Dien Hesen-Janssen in 2014 vertellen ze wat er die nacht gebeurde. Tonie is dan bijna 8 jaar en Dien is 4,5 jaar. Hun broer Sef Janssen, toen 1 jaar, nu 80 jaar en vanmiddag hier ook aanwezig, was te klein om zich iets te kunnen herinneren.
Hun vader Jac werkte bij het spoor en had een Zwolse collega. Het was Horster kermis en er was geslacht. Ons vader had de Zwolse familie met 8 personen uitgenodigd om eens goed te komen eten, want boven in het land was het geen vetpot, zegt Tonie. En zo gebeurde het dat ze met 13 personen in huis waren toen het vliegtuig neerstortte. Ze lagen allemaal in bed te slapen.
Tonie vertelt verder:
Vlug ging moeder terug om iedereen uit bed te halen.
Tonie vertelt weer verder:
“Ik zie ons vader nog rondspringen in de onderbroek”. “Hij wilde steeds naar binnen, maar het voorhuis was al aan het branden. Ons vader dacht dat er nog iemand binnen was, maar dat was niet zo. Ze hadden ons allemaal in onze nachtpon uit bed gehaald en achter naar de weilanden gebracht. We moesten weg bij het huis, want niemand wist of er nog bommen in het vliegtuig zaten. Bij Schouten Thei stonden ze buiten te kijken, maar die durfde ook niet te komen. Door de weilanden, onder de draad door, over de bietenplak zijn we naar “Niesse Leike” (Lei Heldens) gelopen en langs de heg kwamen we op de huidige Heijnenstraat uit. En van daaruit liepen we naar de bakkerij aan de Hegelsomseweg (bakker Geurtjens aan de huidige Pastoor Debijestraat). Bij de bakker was het lekker warm en daar hebben we ook geslapen”. Ik weet nog dat ik kleren heb gekregen van Mien van Hombergs Kuûb.
20. In ”Oud Horst in het Nieuws 6” van Loe Derix lezen we:
Op 16 mei 1943 wordt in alle kerken een brief voorgelezen, afkomstig van de Nederlandse bisschoppen, waarin zij met kracht de arbeidsdeportatie door de bezetters afkeuren. Daarmee geven zij het duidelijke advies aan alle jongeren die in aanmerking komen voor Arbeitseinsatz en die nog twijfelen: Duiken!
Mede daardoor ontstaat een groeiende behoefte aan goede schuiladressen. In eerste instantie gaan de geestelijken zelf op zoek, maar al vlug zoeken zij daarvoor betrouwbare medewerkers.
In mei en juni 1943 worden er vanuit enkele geestelijken in Venlo initiatieven ondernomen om meer structuur in de opvang van onderduikers te krijgen.
Organisatorisch wordt Limburg verdeeld in districten (w.o. district Venlo) die weer onderverdeeld zijn in rayons (w.o. rayon Horst). Ieder district heeft een duikraad en een duikinspecteur.
Vanaf begin september 1943 worden er in Venlo elke 2 weken districtsvergaderingen gehouden; waarop de vertegenwoordigers van de rayons kunnen doorgeven, wat zij aan distributiebonnen, geld, valse persoonsbewijzen etc. nodig hebben. De benodigde gelden hiervoor komen uit de opbrengst van de collectes voor de “Bijzondere Noden” die elke tweede zondag van de maand in de kerken worden gehouden.
Voor de dorpen binnen een rayon worden duikhoofden gezocht, die elk weer een aantal medewerkers zoeken.
Het duikhoofd van Hegelsom is Bert Jacobs (Mechelen Bert van de Bosstraat) die, soms met veel risico, sabotage acties onderneemt. Zijn medewerkers zijn: Frans Geurts (Michels Frans van de Asdonk) en Piet van Rens (Keijsers Piet van de Kogelweg).
Toevoeging: namen mannen op foto v.l.n.r.: Louis Huijs, Piet van Rens, Bert Schobers, Piet Aerts, Bert Willems, Johan Arts, Jac Kuijpers, Jan Lenssen en Bert Jacobs.
We luisteren nu naar de fanfare, die het lied “Hope” speelt.
21. Hope (Fanfare)

22. Het jaar 1944
In het boek “Horst in de oorlog 1940-1945” van Grad Lenssen lezen we:
15 juli arrestatie Piet Derix met noodlottig gevolg:
Het was op een zaterdag, 15 juli 1944, dat twee leden van de Landwacht, hulppolitie van de NSB en Nederlanders, in de namiddag bij een woning aan de Speulhofsbaan/ hoek Spoorweg, aanklopten voor eieren. Dit had voor een van de bewoners, Piet Derix (Piet vaan vief oors Thies), 29 jaar oud en vader van 2 jonge kinderen, een fatale afloop. Wat was het geval? Piet was gedeeltelijk doof en toen hij die geüniformeerde kerels voor de deur zag staan dacht hij, dat ze voor hem persoonlijk kwamen. Hij bedacht zich geen moment en rende er vandoor. Waardoor die kerels gelijk de achtervolging inzette. Door zijn doofheid hoorde hij het “halt’ geroep niet, waardoor hij op zijn vlucht werd doodgeschoten. De plaatselijke pastoor werd erbij gehaald, en die heeft hem, in het bijzijn van de Landwacht, nog bediend. Er heerste alom grote verslagenheid. Achteraf gezien lijkt het opvallend, dat het bidpreentje geen woord rept van de ware toedracht. Dit achtte men toen kennelijk te gevaarlijk.
8 oktober: Johannes Hesen (Bos Hannes van de Speulhofsbaan) uit Hegelsom opgepakt tijdens de eerste Limburgse kerkrazzia:
Op de dag van de eerste Limburgse kerkrazzia werd Johannes Hesen voor zijn huis opgepakt en als dwangarbeider in de staalindustrie van de Reichtswerke Herman Goering in Watenstedt te werk gesteld. “Bos Hannes” heeft Watenstedt niet overleefd. Hij stierf daar op 21 maart 1945.
In het boek “8 oktober 1944 de grote kerkrazzia”. schrijft een tewerkgestelde uit Baarlo, die Watenstedt wel heeft overleeft:
“Watenstedt was een hel, en de hel is met geen pen te beschrijven. De knagende honger, de bittere koude, de striemen op de rug, de opengesprongen benen, de littekens, we zijn het niet vergeten, maar wij voelen het niet meer. Daarom is het niet meer mogelijk om de hele waarheid te schrijven. Alles is veel erger geweest dan wij hebben verteld”.
In het oorlogsdagboek van pastoor Debije lezen we:
12 en 13 oktober groot bombardement op Horst:
Op beide dagen werd Horst door Engelse vliegtuigen gebombardeerd. Verschillende dakloze Horsterse gezinnen vinden onderdak in Hegelsom.
27 oktober: Evacuatie van Meterik en America:
Al vroeg in de morgen ging het bericht door de parochie: America en Meterik moeten weg. En al spoedig begonnen de wagentjes en, voor zover mogelijk, enkele karren te rijden, om tenminste een klein beetje inboedel te redden. Vijf huisgezinnen trokken in het patronaat. Evenzoveel gingen de school bewonen. Hegelsom telde opeens 1000 inwoners meer. Vier priesters vonden hier hun toevluchtsoord, zodat er iedere dag 5 H. Missen waren. Maar de vallende granaten en het gevaar om opgepikt te worden, hielden velen terug van regelmatig kerkbezoek.
Toevoeging: (zwarte nummers in luchtfoto)
nr. 6 Boerderij “de Reysenbeck”
nr. 8 Langstraat
nr. 9 Mevrouws Bosweg
nr. 10 Tongeloseweg (Speulhofsbaan)
We luisteren nu naar het “Ave Maria” van Franz Biebl gespeeld door de fanfare.
24. Mie Wagemans-Willems (helaas is zij op 8 maart jl. op 91-jarige leeftijd overleden) vertelde in een interview in 2020, dat haar familie begin november 1944 ongeveer 14 dagen uit hun huis is verjaagd en dat ze moesten evacueren, net als de overburen de fam. Donders die woonden aan de Bosstraat / hoek Holstraat.
Mie was toen 13 jaar en de oudste van 4 kinderen. Het gezin van Thies en Nel Willems-Claessen woonde aan de Holstraat / hoek Bosstraat.
Mie vertelt:
Mie vertelt verder:
Mijn moeder had met mij, Truus, An en Piet en de evacuees uit Horst, nog net de tijd om wat “greij” bij elkaar te grijpen en te vertrekken. Mijn vader Willemsen Thies zat op dat moment in de schuilkelder aan de andere kant van de weg bij Donders aan de Bosstraat. Donders Frans zat daar ook, terwijl zijn zus An met de evacuees uit Horst die bij hun woonden, ook hun huis werden uitgejaagd.
De fam. Donders en alle evacuees uit Horst gingen naar “Pierke”, Dat was cafe Driessen aan de Hegelsomseweg , het later café Custers aan de Pastoor Debijestraat.
De fam. Willems ging naar ome Thei Willems aan de huidige Schoutenweg. Toen het donker was, kwam vader ook die kant op en verbleef daar veelal in de schuilkelder.
Mijn moeder ging elke dag kijken of de Duitsers nog niet uit ons huis waren vertrokken.
Na ongeveer 14 dagen waren ze weg en was het huis leeg. Alle inmaak was opgegeten, de persoonlijke spullen waren weg en het was een bende. Er stond alleen nog een varken in de stal. De volgende dag, op 20 november, ging ons moeder met ons terug naar ons huis, maar toen was ook het varken weg en zaten er 6 Duitsers in ons huis. Die hadden de “beste kamer” en de slaapkamer van ons mam en pap in beslag genomen.
Maar, wij gingen toch weer in ons huis wonen. Ons moeder sprook de commandant aan over het varken wat weg was en dat ze geen eten meer had voor ons. “Dass Schwein komt zuruck”, zei de commandant. Die ging weg en kwam een paar uur later terug met de mededeling dat mijn moeder het varken op de Kranenstraat richting Horst kon gaan halen. Het stond, met een touw om zijn poot, vastgebonden aan een lantaarnpaal langs de weg!
Later bleek ook dat de kist met kleren weg was. Die kist hadden we al eerder met een dekkleed eromheen, achter in onze moestuin begraven voor het geval we een inval zouden krijgen.
Na 2 dagen gingen die 6 Duitsers ’s morgens ook weg. Ze hadden onze moeder nog wel chocolade gegeven voor ons.
We luisteren nu naar het lied “Hallelujah” dat wordt gezongen door beide koren van Egelsheim.
26. We lezen verder uit het dagboek van pastoor Debije:
10 november:
Vandaag heeft de kerktoren de twijfelachtige eer gehad om een Duitse waarnemingspost te herbergen. Wij blijven met grote aandrang bidden dat onze mooie kerk van de ondergang gered zal blijven.
19 november:
Hegelsom wordt beschoten vanuit America. Dan volgt er nog een bombardement en het regent granaten. De kerk had slechts schade aan het St. Lucas-raampje in de absis.
Dit St. Lucasraampje zit hier achter mij boven het tabernakel, het 2e raampje van rechts.
De pastorie werd vooral aan de oostkant door scherven bekogeld.
In het boek “Meester laat me door” zegt Meester Wijnen hierover:
Het patronaat en de school zijn wel getroffen. Gelukkig waren er geen slachtoffers, ondanks dat er 100 mensen in patronaat en school zaten. De school was aan de achterkant wel ernstig beschadigd.
In het laatste lokaal huisde de familie Kleuskens uit America. Stro op de vloer, daarover de gordijnen van de klas en klaar was het bed. Later is deze familie verhuisd naar de spreekkamer. In totaal waren er toen 1600 evacuees ondergebracht in Hegelsom. Het koken gebeurde in het begin centraal in het patronaat. Het gewone menu was erwtensoep en havermouten pap. Later kookten de mensen zelf.
Vanaf september 1944 was het al niet meer verantwoord school te doen.
Verder lezen we daar ook, dat dankzij een Duitse commandant onze kerk gespaard is gebleven. Deze commandant zei op een keer tegen de pastoor: “Ik hoop dat de kerk gespaard blijft”. Toen de tijd daar was, een paar dagen voor het einde van de oorlog, kwam het Duitse Sprengcommando, bestaande uit drie soldaten. De commandant stuurde ze weg met de boodschap dat hijzelf de boel zou laten springen. Kort daarna is hij de toren ingegaan en heeft de klaarliggende ontstekingsdraden doorgeknipt. Deze commandant bleek later een pater te zijn. In Duitsland bestond, in tegenstelling tot ons land, ook dienstplicht voor geestelijken.
Pastoor Debije schrijft verder:
22 november:
Toen we in de vroege morgen wilden gaan mislezen begon opeens een hels granaatvuur. We vluchtten met misdienaars en kerkbezoekers in de kelder. Het duurde niet lang of er kwam bericht: “bij Pedjes Cis aan de Bosstraat is een groot ongeluk gebeurd, de pastoor moet komen“. lk wil eerlijk bekennen dat de schrik me in het hart sloeg. Het kraakte van alle kanten door de inslaande granaten. Enkele minuten heb ik bij de kerkdeur geaarzeld en toen ben ik er op de fiets van de dappere boodschapper heen gefietst. De ravage was groot. Vele gewonden lagen te mídden van de puinhopen. Vijf of zes mensen heb ik bediend. Het waren allen evacuees uit America en Meterik. Twee zijn er enige uren later gestorven.
Inmiddels luwde het granaatvuur een beetje en behouden kwam ik weer thuis.
De torens van Meterik, Sevenum en Horst zijn er niet meer.
Ondertussen was de torenwacht uit onze eigen toren spoorloos verdwenen. Ook de batterij Duitsers bij boerderij “d’n Homberg” was weg.
Opeens, omstreeks half tien, komt een verpleegster, die de ondergedoken Engelse en Amerikaanse piloten geregeld bezocht, aanfietsen en zij brengt de blijde boodschap: de Duitsers zijn weg, we zijn vrij, de Tommies zijn al in Sevenum. Zij vertrekt met de twee hier in het patronaat verborgen piloten naar Sevenum, terwijl we van verre de pantserwagens over de wegen horen rollen.
Luisteren we nu naar de fanfare met “Mars Arnhem”.
28. 23 november: officiële dag der bevrijding.
In de morgen komen lange colonnes tanks en gevechtswagens van Sevenum afzetten om het door de Duitsers verlaten Horst vreedzaam te veroveren. De Tommies, zoals de Engelsen werden genoemd, namen onder andere bij boerderij” “d’n Homberg” de plaats over van de Duitsers, die de dag ervoor waren vertrokken. In de schuur daar, hebben ze met verf een “V” van “Victory”, zowel in tekst als in morsecode (3 puntjes en 1 horizontaal streepje), op de muur gezet.
Pastoor Debije schrijft:
Hegelsom is er in verhouding goed vanaf gekomen. Weinig jongens en mannen weg, weinig doden, weinig gewonden, weinig vernield en de kerk is als enige in de buurt gespaard gebleven.
In het Horster boek: “Vergaete dudde dát noëjts miër” lezen we het volgende verhaal:
Terwijl in de Ardennen de strijd in aller hevigheid voortduurde, werd in het patronaat in Hegelsom door de Engelsen op 25 december Kerstmis gevierd. Ook mensen uit Hegelsom, waaronder Handrie Schattevoet, waren hierbij aanwezig.
De Engelsen zaten zonder zang en muziek en ze wilden zo graag dansen. We dachten direct aan Hayke van Bos Lei (oftewel Hay Hesen). In een Engelse legerwagen werden we naar Bos Lei op de Americaanseweg gebracht. Het heeft ons daar veel moeite gekost om Lei om te praten, want Hayke (hij was pas 12 jaar) lag al in bed te slapen. Uiteindelijk gingen Lei en Hayke toch mee naar het patronaat in Hegelsom.
Nog met kotjes in de ogen van de slaap kwam Hayke de zaal binnen.
Onder applaus van de Engelse soldaten droeg Lei de koffer met de trekbuul de buhne op. Hayke liep schodderend achter zijn vader aan. De soldaten wisten niet wat die kleine jongen daar boven moest. Ze meenden dat Lei zou spelen. Ze waren dan ook erg verbaasd toen Hayke met de zware trekbuul op een stoel werd gezet. Dit was Hay zijn eerste grote optreden.
Hay Hesen zelf vertelt hierover:
Na een tijdje gespeeld te hebben kwam een Tommie vragen of ik ook de Hoki Poki, een Engelse volksdans, kon spelen. Toen hij het liedje een paar keer had voorgezongen, kon ik het toch redelijk spelen. Ook andere liedjes, zoals “My bonney is over the Ocean” en “It’s a long way to Tipperary”, werden door mij gespeeld. Terwijl ik speelde, zijn verschillende mensen uit Hegelsom een paar keer met de “kieps” rondgegaan. Op het einde van de avond had ik minstens duizend sigaretten en een kleine 300 gulden aan geld.
Het feest was een groot succes. De mensen uit Hegelsom samen met de soldaten waren een grote familie. Ik werd door de Engelsen vertroeteld en kreeg “Tjoklat” van “eur”. Toen het feest afgelopen was, ben ik samen met mijn vader en Handrie Schattevoet door een Engelse soldaat in een open jeep naar huis gebracht.
Het was al twaalf uur geweest.
Laten we nu luisteren naar een Glenn Miller Medley gespeeld door de fanfare..
29. Glenn Miller medley (Fanfare)
30. Het jaar 1945
Handrie Beelen is in het begin van de oorlog naar Engeland uitgeweken. Hij was daar mitraillist en later hulpkok bij koningin Wilhelmina. In een artikel in het Dagblad voor Noord Limburg uit mei 1960 vertelt hij hierover:
Koningin Wilhelmina kwam ook weleens op inspectie bij de Nederlandse soldaten die in Engeland waren. Ze maakte daar kennis met de Nederlanders en tot de Limburgers zei ze op een keer: “Jullie zingen hier zeker vaak van het bronsgroen eikenhout?” “En of, majesteit”, antwoordde ik.
Kort daarna moest ik s’ morgens bij de kapitein komen. “Beelen”, zei die, “wil je weg?” “Ja, waarom niet”, antwoordde ik”.
“Dan doe ik je naar de koningin. Je hebt hier in de keuken je kwaliteiten genoegzaam bewezen. Is dat goed?” zei de kapitein. “dat is goed, zei ik, maar geef me wel een paar dagen bedenktijd, dan kan ik dit met mijn kameraden bespreken”. En toen die het goed vonden, vertrok ik naar het prachtige buitenhuis “Stubbings House”, waar de koningin woonde.
In een getuigschrift van Kapitein Vlieger, adjudant van H.M. de Koningin lezen we het volgende: “Ondergetekende verklaart hiermede dat de dienstplichtige soldaat BEELEN H. wonende te Horst, Stationstraat G.126, gedurende het tijdvak van 15 juni 1942 tot 8 september 1945 in Engeland en in Nederland, als hulpkok in dienst is geweest in het huis van H.M. de koningin en gedurende dien tijd zijn werkzaamheden tot grote tevredenheid heeft verricht”.
Handrie en de andere jongens die voor haar gewerkt hadden, kregen als aandenken een zwaar verzilverde sigarettenkoker met de naam van hare Majesteit erin.
Na de capitulatie van Duitsland mochten de medewerkers van Hare Majesteit op 7 mei met kort verlof naar huis. Handrie arriveerde in Horst in een wagen van prinses Juliana. De eersten die hem herkenden waren zijn vrienden, die zaten bij de “Oude Lind” een pils te drinken. “Er reden toen nog weinig auto’s, dus die deftige slee van Juliana viel direct op”, vertelde Handrie. Aan zijn onafscheidelijke pijp herkenden zijn vrienden hem direct en op de fiets joegen ze achter de wagen aan om aan heel Hegelsom de blijde inkom van Handrie Beelen te doen.
We gaan nu kijken en luisteren naar Janneke Saris met 7 kinderen van de Musicalschool “Me On Stage” als Maria en de 7 kinderen von Trapp die een medley vertolken uit de film “The Sound of Music”, begeleidt door de fanfare en uitgezwaaid door beide koren.
32. Op 27 en 28 mei 1945 waren er bevrijdingsfeesten in Horst.
Op zondag 28 mei trok de bevrijdingsoptocht door de Horster straten.
Negen wagens uit Hegelsom hebben hieraan deelgenomen. Ze stonden ingeschreven onder de nummers 25 t/m 33 met als titel: “Zo zag Hegelsom de Oorlog”.
Jac Kellenaers (Buiske ziene Jac) vertelde daarover:
Alle Hegelsomse wagens kwamen die zondag in Hegelsom bij de kerk bij elkaar. Gezamenlijk zijn we naar Horst gereden. Op de wagens zaten allemaal Hegelsomse mensen. Op mijn wagen, waar ik op de bok zat, werd muziek gemaakt door “Witte Grad” (Grad Bertrams) en er werd ook gedanst door o.a. An Arts.
We luisteren nu naar de fanfare, die eerst het Engelse Volkslied “God save the Queen” en daarna het Nederlandse volkslied “het Wilhelmus” ten gehore brengen. Met het Nederlandse volkslied mag meegezongen worden.
Daarna luisteren we naar “Marching in the light of love” door Egelsheim
33. God save the queen (fanfare)
Wilhelmus (fanfare + beide koren)
35. Tot Slot:
Namens muziekvereniging St. Hubertus, beide koren van gemengde zangvereniging Egelsheim, Janneke Saris en de kinderen van de musicalschool “Me On Stage”en alle andere medewerkers voor en achter de schermen, willen we jullie allen hartelijk danken voor jullie aanwezigheid, aandacht en inlevingsvermogen. We hebben teruggeblikt naar droeve en minder droeve momenten. Met beelden, geluidsfagmenten en passende muziek hebben we vanmiddag / vanavond geprobeerd om “Het Hegelsomse Verhaal” te vertellen. We zijn ons ervan bewust, dat er nog veel meer individuele verhalen zijn, waarvan niets is verteld. Voor de Stichting Heemkunde Hegelsom blijft het daarom een uitdaging, om ook die verhalen te documenteren.
We willen afsluiten met de woorden van Handrie Schattevoet:
“Het is eigenlijk allemaal al heel lang geleden, ma vergaete .., vergaete .., nae vergaete dudde dat noëjts miër”.
Luisteren we als laatste naar de fanfare samen met beide koren die het lied “We’ll meet again” van Vera Lynn ten gehore zullen brengen. We nodigen jullie allemaal uit om met ons mee te zingen.
37. Afsluiting door Noël Knops ( voorzitter fanfare)
38. Na afloop koffie met een bevrijdingskoekje in het kampement met oorlogsvoertuigen