Over kippen- en staakbonendorp Hegelsom | info@heemkundehegelsom.nl

Verhaal Jaap van Velzen

Jaap van Velzen

Onderduiknaam: Jacob van Veen

Geboren: 1931               

Overleden: 2016                            

Ondergedoken in Hegelsom:

Bij: boerderij Wienes 

Straat: Holstraat 4 / G 148

 

Van begin 1944 tot September 1945                                                                                                                  Jaap en ouders

Jaap was het jongste kind uit het gezin van Velzen-Waterman uit Amsterdam. Hij had nog drie zussen en één broer. Vijf van de zeven gezinsleden zijn in de oorlog gestorven.  Zij zijn omgekomen in de Duitse vernietigingskampen. Alleen Jaap en zijn zus Esther hebben de oorlog overleefd. 

Vanaf augustus 1942 kregen Joden uit Amsterdam of omstreken een oproep thuis om zich te melden bij de Hollandsche Schouwburg voor deportatie of werden hier onder dwang naar toe gebracht. Duizenden mannen, vrouwen en kinderen wachtten vervolgens in die Hollandsche Schouwburg op hun deportatie naar doorgangskamp Westerbork. Van daaruit werden zij op transport gezet naar concentratiekampen.

Jaap is als 12-jarig jongetje (rond 9.00 uur ergens in maart/april 1943) ontsnapt uit de crèche  tegenover de Hollandsche Schouwburg in Amsterdam. De grond was te heet onder zijn voeten en daarom wilde hij ver weg met de trein. Met een perronkaartje had je toegang tot de treinen. Dat perronkaartje kocht Jaap van het statiegeld van flesjes van een apotheek. En hij stapte zonder treinkaartje in de eerste de beste trein en sloot zich op in het toilet. Tegen de avond besloot hij uit te stappen. Hij was aangekomen op station Venlo-Blerick.

Via omzwervingen door Blerick, Tegelen, Helden-Panningen en Velden en af en toe ergens even werken kwam hij begin juli 1943 in Grubbenvorst terecht. Toen hij daar iemand vroeg naar werk, werd hij naar pastoor Henry Vullinghs gestuurd. Deze hoorde het verhaal van Jaap aan en liet hem tot de avond wachten. Ondertussen heeft de pastoor onderzoek gedaan of Jaap te vertrouwen was en of het geen valstrik was, want pastoor Vullinghs was de spil in een netwerk van joodse onderduikers. En Jaap zag er met zijn blauwe ogen en blonde krullen niet echt uit als een joods kind.

Jaap ging naar de fam. Sjraar Engels in Grubbenvorst en na een klein half jaar naar de fam. Piet Engels in Lottum. Via An van den

                                                            Jaap op het muurtje van de mestvaalt bij boerderij Wienes

 

Bercken uit Grubbenvorst is Jaap begin 1944 bij boerderij Wienes gekomen. Zij had Jaap in Grubbenvorst les gegeven, omdat het reguliere schoolbezoek er voor hem niet in zat. An was ook werkzaam voor pastoor Vullinghs en zus van Nell van den Bercken, juf aan de lagere school in Hegelsom. 

Jaap werkte bij Wienes mee op de boerderij en liep vrij rond, want hij ging door voor een “Rotterdammertje”, dat in zijn gebombardeerde stad  geen dak meer boven zijn hoofd had. Jaap is na zijn vertrek bij Wienes gauw genoeg weer teruggegaan naar Amsterdam. Met de familie Lemmen heeft hij nog geregeld contact onderhouden.

Jaap was een van de oprichters en vormgevers van het Joods Historisch Museum in Amsterdam. En later ook van het Nederlands paviljoen in  het museum van concentratiekamp Auschwitz.

Voor zijn inzet voor het behoud van het culturele erfgoed van het vooroorlogse joodse leven in Nederland heeft hij op 17 juni 2014 uit handen van prinses Beatrix de Zilveren Anjer van het Prins Bernhard Cultuurfonds mogen ontvangen.

Bronnen:

  • Jos Engels uit Grubbenvorst, Verhaal over Onderduiker Jaap van Velzen van 15-09-2010
  • Herman van Rens (kleinkind van Herman Lemmen) aanvulling/correcties op het verhaal van Jos Engels betreft:  Lemmen in Hegelsom
  • Van internet: Diemer Nieuws van 21 juni 2014
  • Foto Jaap op het muurtje bij Wienes van Herman van Rens 
  • Foto’s Jaap met zijn ouders en uitreiking Zilveren Anjer van internet bij het Joods Historisch Museum