Naar aanleiding van het gesprek op 05-01-2024 door de heemkunde met haar aan de keukentafel bij zoon Ben en schoondochter Lean Kleuskens-Verlinden op de Hillenweg,
Het verhaal van Mie Kleuskens-Kleuskens
Geboortedatum: 16-02-1932
Uit: America
Evacué in Hegelsom
Van: 27 oktober tot 2 december 1944
dochter van:
Ben (1903) en An (1907) Kleuskens-Roelofs. Ze woonden in de oorlog aan de Nieuwe Peeldijk (huidige Hoebertweg) in America. Haar vader Ben Kleuskens was hoofd van het Voedselbureau in Horst en na de oorlog ook wethouder in de gemeente Horst.
Mie was 12 jaar op 27 oktober 1944 toen het gezin met 10 personen (vader, moeder en 8 kinderen) door de Duitsers uit hun huis werden verjaagd. Samen met een ander gezin uit America (van de andere kant van het spoor) welk al enkele dagen eerder binnen één uur hun huis had moeten verlaten en die bij hun geëvacueerd waren, vertrokken ze met 20 personen naar het huis van grootvader en grootmoeder (Piet en Marie Kleuskens-Schouten) “in de Reining”. Dat was aan de Reindonkerweg in Meterik. Te voet langs het spoor over de zandweg richting Hegelsom.
Mie herinnert zich, dat het op die weg heel druk was van allemaal mensen die moesten evacueren. Hun moeder had de hoge kinderwagen met daarin hun Riek, die lag nog in de box en onder in de bak allemaal spullen voor de baby. En de kinderen hadden elk een “pungelke” (een kussensloop, maar Mia weet niet wat erin zat). Dat had moeder in de gauwigheid gemaakt.
Ze weet ook nog goed, dat “Pouwels Thei zien Truuj” voor hen liep met een platte peelwagen en daarop een kast. En toen viel die kast van de kar en alles viel eruit. En hun moeder riep naar haar kinderen: “allemaal op de knieën en alles oprapen”. Ondanks alle ellende was het toch: elkaar helpen.
Bij grootvader en grootmoeder in de Reining zaten al 4 gezinnen uit Griendtsveen. Die waren gehuisvest in de varkensstallen. En bij grootvader en grootmoeder in huis zat de familie van hun knecht uit America. Mie weet nog dat zij met z’n twintigen sliepen op de koestal, stro op de grond en daarover grijze paardendekens en die pikten verschrikkelijk en dan een “päölf” (dik dekbed) waar ze onder sliepen. En later, toen het daar te gevaarlijk werd, sliepen ze in de meststal. Er werd gegeten in de kippenhokken. Bij haar grootouders woonden toen zeker 60 mensen. En er waren ook nog een heleboel onderduikers, die daar nog niet bij opgeteld waren. Op een avond zag ze een man vanaf de “schelf” (hooizolder) wegrennen en toen ze dat aan haar tante vertelde, zei deze: ‘Mie, je hebt niets gezien, niet over praten!’
Ze hadden dag en nacht dezelfde kleren aan en bijna iedereen had de “krets” (schurft) vanwege de onhygiënische omstandigheden. Na een week of misschien iets langer daar gezeten te hebben, moesten al deze mensen evacueren.
Het gezin Kleuskens met haar grootouders ging begin november met 17 personen naar Hegelsom waar grootvader gewoond had.Tante Grit en haar kinderen uit Sevenum, die ook bij haar grootouders waren, gingen ook met hen mee. Ze hebben enkele dagen in de Boerenbond gezeten. Grootvader, grootmoeder met het spinnewiel en de box met de baby en de kleintjes zaten in de bestuurskamer. Maar daar was het veel te klein voor ons allemaal. Ze hebben nog geprobeerd om met jutezakken en bonendraad een muur te maken. Maar het was daar veel te koud. Af en toe mochten ze zich even opwarmen in het bestuurskamertje. Ze hebben hier maar een paar dagen gezeten.
Toen ze bij de Boerenbond vertrokken gingen ze naar de school.
Mie weet nog goed, dat ze zich in de lerarenkamer heerlijk konden opwarmen. Achter de lerarenkamer was het keukentje. We sliepen in een leslokaal en we aten in de gang. Daar hadden we een laken gespannen, zodat we met het gezin apart konden eten en achter het gordijn zaten Griendtsveense evacuees.
In het boek “Meester laat me door” lezen we: (stukje van meester Wijnen)
Op 19 november werd Hegelsom beschoten met granaten vanuit America. De kerk werd niet geraakt, het patronaat en de school wel. Gelukkig waren er geen slachtoffers, ofschoon er honderd mensen in patronaat en school zaten. In de school werd een groot gat in de muur geslagen bij de toiletten.
In het laatste lokaal huisde, herinner ik mij, de familie Piet Kleuskens uit America. Stro op de vloer en daarover de gordijnen van de klas en klaar was het bed.
Mia herinnert zich, dat ze vanwege de beschietingen vanuit de school buitenom naar de kelder moest. Ze weet nog dat er stro gehaald werd bij Wienes voor op de vloer en daaroverheen gordijnen of paardendekens en we sliepen met onze kleren aan onder de “päölf”.
Ze hebben geen honger geleden in de tijd dat ze in Hegelsom woonden. Ze weet nog dat de bakker tegenover de school brood bakte. En om 10.00 uur ging de winkel open. Wij moesten dan al voor 9.00 uur daar op de stoep gaan zitten, want er stond een lange rij als de winkel open ging. Dan mochten er elke keer drie of vier mensen naar binnen en als die weer naar buiten kwamen, mochten de volgende drie of vier mensen naar binnen. Als wij bijna aan de beurt waren, dan kwam er een tante en die ging met ons mee om te betalen. Er woonden in die tijd heel veel evacuees in Hegelsom, dus die rij was echt heel lang.
Ze weet ook nog, dat er overdag ook een keer granaten vielen en dat ze zich in het keukentje moesten verzamelen. En daarna allemaal tegelijk naar buiten. Er werden gelijk twee ramen opengetrokken van binnenuit in het patronaat en daar stond “Mechelen Bert” (Bert Jacobs, hij zat in het verzet) en nog iemand anders, die hun via het raam naar binnen trokken om te schuilen voor de granaten. Ze moesten in de hoek bij de school blijven staan. Er was ook een inslag in de hoek van het patronaat, de bril van haar broertje Sjaak van 6 jaar was van zijn hoofd geslagen en kapot en er was heel veel stof. “Mechelen Bert” riep gelijk: ‘ramen open, ramen open’.
Ze hadden ook een radio, dat mocht niet van de Duitsers, maar er werd toch naar de berichten geluisterd. Er werd gezegd, dat iedereen binnen moest blijven, want de Duitsers waren aan het terugtrekken en de Engelsen zouden snel komen. Mie was nieuwsgierig en ging toch op straat kijken. De Duitsers gingen er met kar en paard vandoor en ook te voet. Ze ziet ze nog richting Stationsstraat rennen. Het was een poosje heel rustig op straat en we moesten binnen blijven, zegt Mie.
Op 23 november hoorden we de tanks komen van de Engelsen vanaf de Stationsstraat richting de kerk en die stonden in die koepels en ze zwaaiden naar ons en wij zwaaiden terug:
We waren bevrijd!!
Toen de Duitsers er nog waren, waren er geen mannen op straat te zien en toen wemelde het ervan.
Op 2 december 1944, is het gezin Kleuskens weer naar America teruggegaan. Vader had eerst hun huis moeten repareren/bewoonbaar maken, voordat ze terug konden. En er lagen nog mijnen in hun huiskamer. Vader heeft deze mijnen met een buurman achter de heg gelegd. Levensgevaarlijk!!
Mie kan zich niet herinneren, dat ze zich tussen 27 oktober en 2 december heeft gewassen. Volgens haar heeft ze geen water aan haar lijf gehad. Iedereen stonk, maar dat rook je niet. Er was toen ook nog geen waterleiding.